de heer 7AN MIERLO tot lid van den Raad wordt toegelaten
3. Afleggen van de vereischte eeden door den Heer J.H. van
Mi er i o
Nu de heer van Mierlo tot lid van den Raad is toegelaten,
kan tot zijn heëediging worden overgegaan
De VOORZITTER verzoekt den Secretaris den Heer van Mierlo
ter vergadering te willen leiden
De heer VAN MIERLO komt ter vergadering
De VOORZITTER vraagt den heer van Mierlo of deze bereid is
de vereischte eeden of beloften af te leggen
De heer VATN MIERLO verklaart zich daartoe bereid
Door den heer van Mierlo wordt hierna in handen van den
Voorzitter eerst de in artikel 39 der Gemeentewet voorgeschre
ven zuiveringseed en daarna de in datzelfde artikel voorge
schreven arttseed afgelegd
De VOORZITTER spreekt hierna den heer van Mierlo toe als
volgt
Nu de heer van Mierlo de voorgeschreven eeden heeft agiagsïd
afgelegd en derhalve geinstalleerd is als lid van den Raad
kan ik niet nalaten hem daarmede van harte geluk te wenschen
Ik twijfel er niet aan of de heer van Mierlo zal, ggplichtsge-
trouw, zijn taak als lid van den Raad vervullen
Ik hoop van harte, dat de werkzaamheden van den heer van Mierlo
veel zullen bijdragen tot bloei der gemeente
De heer VAN MIERLO antwoordt hierop het volgende
Voor Uwe vriendelijke woorden zeg ik U van harte dank. Getrouw
aan den eed, geeft ik U de verzekering, dat ik de belangen van
de gemeente naar beste weten zal voorstaan Ik hoop op de
meest aangename samenwerking met den Raadsvoorzitter, het Col
lege van Burgemeester en Wethouders en de leden van den Raad,
00 dat
y r. *-> -• -■ -j .,r!l
1
r "O r - jo r -V- .-A «v r f r» iY D
t m -ff- "ff ,'v. fr ATT A r C Ck ar-1