J 13. De VOORZITTER leest den brief van. den heer Knibbeler voor. De VOORZITTER zegt dien niet te begrijpen. De heer DA URE Y zegt: ik ook niet. Ik las er niet uit, dat hetgeen ik gezegd heb, niet waar zoude zijn. Ik wil deze kwestie eens geheel nagaan. In de raadsvergadering van 31 October heeft de heer Loerakker verklaard, aldus het raadsverslag: w de man dat was Knibbeler is gedu peerd door én verkooper, maar die verkooper heeft hem ge zegd, het komt wel in orde Ik wist toen van die kwestie niets af evenmin als U, mijnheer de Voorzitter. Maar het blijkt dat er raadsleden waren c.a. ook de heer Veltman, die er toen reeds meer van wisten. Ik wilde de heeren eerst wel vragen, wat Knibbeler indertijd aan hen heeft verklaard De heer LOERAKKER zegt: Ik wil verklaren, dat dit schrijven mij zeer raadselachtig voorkomt. De heer Knib beler is bij mij geweest. Hij dacht, dat ik hem zoude hel- pen, teneinde wijziging te verkrijgen in de bouwvergun ning. Ik heb hem gezegd, dat ik op een geheel ander stand punt stond, dat ik juist de verordening zoude handhaven, waarvan ik een groot voorstander was. Op mijn hulp be- .hoefde hij niet te rekenen. Ik zeide: U hadt bij den aan koop van den grond beter moeten uitkijken. De verkooper, ik wielt toen niet wie het was, had U moeten inlichten. De heer Knibbeler zeide mij tien: Het is zelfs een raads lid, maar die heeft mij eerst, later ingelicht. Ik heb hem gezegd, dat zulks niet mooi was en dat de koop teniet ge daan behoorde te worden. Ook thans blijf ik er bij, dat de heer Knibbeler dit verklaard heeft. De heer VELTMAN verklaart: De heer Knibbeler is ook Mi <1 - vJ

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 13