de zekerheid heeft, dat zij een volgend jaar^wecier zul- r r, r\ f r r 'f i'f 4 f f v len moeten worden ingevoerd. Er moet zooveel mogelijk stabiliteit zijn in de be- tasnh4 u,-vr, nflin nm< I£Pr flilV Ml Vi lastingpolitiek.De belastingbetaler moet niet ieder jaar voor verrassingen worden ge'steld. Zeker geldt dit,naar mijn meening,voor de grond- en i personeels belasting. Daarom sta ik dan ook huiverig tegenover hst voorstel X v C» 'J i. f* reeds dit jaar de 2b opcenten op de personeels belasting te laten vallen. uit niets valt met Zekerheid te zeggen,dat deze opcen- ten in 1932 of in een daaropvolgend jaar niet weder zAl- len moeten worden geheven. Zelfs voer het jaar 1931 kan met geen zekerheid gezegd worden hoeveel de opbrengst zal bedragen van de opcenten op de gemeentefondsbelasting. i 1 1' In het rapport van de Commissie wordt hierover wel hoep— volgesproken,maar daar staat tegenover het feit,dat de oeconomische omstandigheden over de gehesle lijn nu niet zoo bijster rooskleurig zijn en dit wel eens tot gevolg kan hebben, dat het totaal belastbaar inkomen voor 1931/32 niet zoo hoog zal zijn,als de Commissie gaarne zou wenschen. Moet ik een keuze doen in de gegeven omstandigheden tus- schen 35 opcenten op de psrsoneele belasting handhaven en de opcenten fondsbelasting lager stellen,dan kies ik het eerste i' i Komt er inderdaad een overschot, dan acht ik het - zeker niet in deze byzondere omstandigheden - een bezwaar, dat - I 'J O V ii L 'iu,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 139a