van. f 26.000, -.
Bij dit bedrag moet in ieder geval gevoegd 5000,-
wegens een onjuiste berekening van de Rijksuitkeering
zoodat het verschil wordt 31.000,-.
Wordt geen woonforensenbelasting ingevoerd, dan dient
dit verschil nog met 1000,- te worden verhoogd, zoodat
het wordt 32.000,-.
De opcenten fondsbelasting brengt volgens het voorge
stelde tarief op 2/3 van 33.000,- - 25334,-.
Derhalve lang niet voldoende om het verschil,zooals het
door de Commissie is berekend, daaruit te dekken. c
Wanneer wij mu op bladzijde 7 van het rapport der Com
missie lezen: Het ontworpen tarief zou naar schatting in
"het belastingjaar 1931/32 opbrengen 38.000,-.Hiervan mag
"e.chter niet meer dan 2/3 worden geboekt op het dienstjaar
f
"1931, zoodat het tarief maar jyist voldoende zou opbrengen."
"Mocht de gemeentebegrooting 1931 dan aantoonen,dat een
hcoger bedrag benoodigd is,dan zou de gemeente in finan-
"cieele moeilijkheden kunnen komen".,
dan acht ik het niet verantwoord van den Raad niet alleen
aan de haad vaa mijn berekening, maar ook aan de hand der
door de Commissie verstrekte gegevens om in deze omstan
digheden de 25 opcenten op de personeels belasting te
laten vallen.
Voor een vergrooting van het verschil tusschen een hef
fing naar den uiterlijken staat en een heffing naar draag
kracht behoeft geen vrees te bestaan.
B.ij een juiste beocrdeeling immers zal met het samenstel
t
van alle belastingen dienen te nemen, zoowel Rijks-,Pro
vinciaal- als gemeentebelastingen, en zich niet alleen