-ill. heb ik geen bezwaar. Voor wat betreft de vaststelling van de verordening tot hef- t fing van opcenten op de gemeentefondsbelasting komt het mij wen- schelijk voor deze regeling in een volgende vergadering of bij dcb begrooting}>nadat het hier gesprokene nog eens rijpelijk is over wogen, verder te behandelen. - v i Ji y. i Hiermede meen ik gezegd te hebben, dat,wat ik meende over dit onderwerp te moeten zeggen. De VOORZITTER brengt den heer van Mierlo hulde voor de wijze, waarop de stof door hem is bestudeerd, temeer omdat hij nog zcc kort lid van den Raad is.Spreker vindt het alleen jammer, dat de heer van Mierlo geeiylid der belastingcommissie is geweest, dan zou zeer zeker met zijn waardevolle opmerkingen rekening zijn gehouden.Hij kan nu op het oogenblik niet alles weerleggen en doet daarom jslechts esnige grepen uit het betoog van den heer van Mierlo Het heffen van 25 opcenten opcenten op de personeele belasting acht spreker niet ncodig,aangezien de opcenten op de gemeente- fondsbelasting wel voldoende zullen zijn. Ook met het heffen van 80 opcenten op den aanslag motorrijtui gen gaat de spreker niet acccord.Het is natuurlijk een kwestie van inzicht.Een motorrijtuig is niet altijd noodig voor een be.drijf.Er zijn ook menschen, die een auto houden voor luxe.Zoo heeft een ieder zijn liefhebberij .De een steekt zijn spaarpen ningen in een postzegelverzameling, een ander brengt ze naar de spaarbank, een derde bevredigt er een andere liefhebberij mede en anderen kocpen er een auto voor.Waarom dan deze personen juist extra belasten? De Commissie heeft evenwel alle kwesties terdege onder oogen gezien, alle punten zijn zorgvuldig gewogen en beoor deeld.De voorzitter wil den heer van Mierlo niet te kort doen 0 1 i. i J

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 145