brief ge richt aan den Raad. Maar de heer Knib-
-i' -i
beier wenschte dien brief niet te teekenen.
V v 1 .1
Want daar stond zooveel in, dat Knibbel er al-
leen de schuldige was en Brouwers dan de engel-
achtige onschuld. Daarop heeft de heer Brouwers
i: ri i ;i
wederom onderhandeld en stelde Knibbeler voor,
dat als hij Knibbeler een brief, gericht aan
ii - i
den Raad, wilde teekenen, het koopcontract dan
r ■■iv 'Or po i
ongedaan gemaakt zou worden. De heer Knibbeler
heeft mij verklaard &n bijzijn van getuigen,
Mijnheer de Voorzitter, ik heb dat briefje ge-
teekend tegen ëM&g&Xë overgave van een briefje
van Brouwers, waardoor ik van dien koop werd
ontslagen. Het fair en eerlijk wat in het
briefje staat geschreven, heeft dus betrekking
op de z.g. coulante houding van Brouwers om
Knibbeler van den koop te ontslaan. Maar er
i 7 - i u
staat niet in, en daar gaat het om, dat Brouwers
Knibbeler voor het teekenen van de koopacte op
de hoogte heeft gesteld. Mijnheer de Voorzitter,
ik heb dat geheele geval gereleveerd om te bewij-
zen op welke wijze de brief van Knibbeler, gericht
1 f
aan den Raad, tct stand is gekomen. Verder wil ik
r
er hiets meer van zeggen en is v®r mij deze vieze,
vunzige zaak hiermede afgedaan.
De heer BROUWERS zegt: En toch heb ik het hem
.7 öE r. ii i o in '.i
voor den koop gezegd.
1 '0 i i h
De heer LAUREY: Natuurlijk, Knibbeler heeft
ijl!;
volgens U alles gelogen»
i I
De VOORZITTER stelt voor dit schrijven van'den
J i V Ir r X t if. E j; j.
heer Knibbeler voor kennisgeving aan te nemen.
'1 "i. "7 1 X. f- ej'X'./U i v
Dienovereenkomstig wordt door den Raad besloten.
9.Verzoek
'li f .1 O V.I
.1 1
mV J - I
i