zitting te hebben.Dat er geen .samenwerking was,was de Xlfe t t >l.ü schuld van den heer Spreneger„Deze trad zoo hocnend en grievend op,dat diens houding als uiterst beleedigend en fS© V' r - 1 •- ■>-' onmogelijk moet worden gekwalifèceerd.Spreker wil wel ge- w looven, dat de heer Sprenger een goede opvoeding heeft ge- nooten, in ieder geval maakt hij er een zeer slecht gebruik van.Het begon reeds .bij de schoolgeld-regeling.De heer Spren- ger stond op en zei: "Ik weet wel,hoe het er, naar. toe zal gaan" en liep weg, voordat hij de voorstellen dienaangaande had gehoord.Spreker heeft .vroeger al met den heer Sprenger zitting gehad in een commissie betreffende de brandweer;ook j t t n o; i toen was het optreden van den heer Sjprenger onmogelijk.Spreker verklaart, dat h&fj ten derden male een dergelijke behandeling niet meer zal overkomen en verklaart nooit of nimmer in een «sitt ing te zullen nemen, waarvan de heer Sprenger lid is.Dat gfl X. j i*1 Gei J.C r I V Euw» tClX O ^X>XTi>J. v oi 1 r A- is nevens de beesten af en niet om vol te houden. 1 De heer LOERAKKER zegt, dat al .verklaart de heer Sprenger ook, dat van den beginne af samenwerking heeft ontbroken,dit toch geheel en al de schuld van/den heer Sprenger zelf v»as ■X t.Y.' .'X 1. 4 T <P 1 daar hij het er z,elf naar gemaakt heeft.Spreker meent-.dat het beter ware geweest,hem niet als lid der commissie te hebben beschouwd.Spreker verwondert zich echter over het t UT, feit,dat door den heer Sprenger deze voorstellen worden aangevallen.Teen spreker deze las,dacht hij.se zullen wel - ",lj- naar den zin van den heerSprenger zijn,want toen spreker .0 - T' -1 eenige jaten lid van den.Raad was kwam de heer Sprenger bij hem en trachtte teem over t.e &alen om de opcenten op de - tie' tr personeele belasting te dèen verdwijnen:volgens de meening 'i. - J - T :v O. i uH a ).L 9 u c. x t 00 F o t i X. -• J

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 149a