15,
Rijvers
en MarJee. M, Rijvers en -J. Marjee om ontheffing van
artikel 3 der bouwverordening.
3
Het prae-adViès van Burgèmeester en Wethouders
hieromtrent luidt alê volgt:
Door de heeren M. Rijvers en J. Marjée is des-
tijds aan ons ingediend een verzoek om ontheffing
van artikel 3 der bouwverordening,
Wij'achten, zooals den Raad bekend is, de ont-
heffing niet gêwenscht en hebben daarom het ver-
J
zoek afgewezen,
Adressanten hebben reeds vroeger de kwestie
aan den Raad voorgelegd.
Adressanten herhalen thans hun verzoek.
Wij meanen echter te moeten opmerken, dat een
beroep op den Raad in deze niet juist is,
Ingevolge artikel 6 der Woningwet staat voor
beianghebbendeh beroep open bij den Gemeenteraad,
"wanneer Burgemeester en Wethouders nadere eischen
vaststellen ten opzichte van in de bouwverorde-
ning bepaaldelijk aangewezen punten; niet echter
wanneer Burgemeester en Wethouders geene vrijstel-
ling verleenen van- het voldoen aan in die veror-
deningfoepaaldeli j k omschreven eischen. Het laat
ste geval doet zich hier voor, zoodat hiervoor
"geen beroep op den Raad is toegestaan. Dit blijkt
- '1
ook uit artikel 76 van de Bouwverordening,
Wij stellen daarom voer het verzoek ter zijde
te leggen,"
De heer BRINKERHOF aé'ht inwilliging van het verzoek
ge wens cht
Na
Verzoek 9, Verzoek d.d. 4 Februari 1930 van de heeren