getal minderjarigen in een ge ia in, 'daaronder mogelijk kin
deren zijn,die reeds iets verdienen.Deze gevallen zullen
echter wel uitzondering blijven en daarbij de voordeslen
van dit' voorstel zullen de "nadeel en verre overtreffen.
Dit voorstel reeds op zich aantrekkelijk,'mcèt in aan
trekkelijkheid voor velen hebben gewonnen,nu in dit nieu-
'wé artikel de bepaling is 'opgenomen, dat een kinderaftrek
voor de hoogere inkomens geen toepassing zal vinden.
De heer LOERAKKER mérkt'op,dat het niet zelden zal voorkomen,
dat minderjarige kinderen 'uit een gezin verdienen.Het zal
meermalen voorkomen.De jongens en meisjes gaan naar de fa
briek en verdienendaar een flink weekgeld en zoo komt het
dat gezinsinkomens van 70 - 80 en 90 gulden per week geen
uitzondering zijn.
Spreker acht het niet juist,dat voor dergelijke kinderen
a 1 .XL
nog eens aftrek voor schoolgeld wordt gegeven.Hij betreurt
1 1 'j i 'i
hét,dat de heer Spranger in dè vergadering is weggeloopen.
Spreker meent,dat een schoolgeld-regeling niet altijd reke
ning moet houden met alle minderjarige kindéren, maar soms-
tijds alleen met die, welke de school bezoeken.
De VOORZITTER stélt véor dit punt aan te houden tot de vol
gende vergadering emde commissie van'bij stand nog eens over
de kwestie té hoeren.
Dit voorstel wordt door den Raad goedgevonden.
De VOORZITTER stelt verder voor wegens het ontstaan van
eèn vacature in belastingcommiss'ie de heer vkn Mierlo als
zoodanig te benoemen.
'De VOORZITTER vraagt den heer van Mierlo,of hij genegen
is een benoeming aan te'nemen.
i ii i
e ij'.'-- i i i y f i 'j
A Qid
