Na eenige bespreking vereenig-t de Raad zich met
het prae-advies van 'Burgeméestèr en Wethouders.
Aanwip zing 10. Verzoek d.d. 10 Januari 1830 van den
rooilijn
Bouvigne. ,heer E, Zoetmulder om aanwijzing van
de rooilijn op gronden nabij Bouvigne.
Het prae-advies van Burgemeester en Wethouders
vermeldt hieromtrent het navolgende:
Boor ian heer E, Zoetmulder, eigenaar
van Bouvigne, wordt aan den Raad het teer-
zoek gedaan om aanwijzing van de rooilijn
op het perceel in de zegemeente, kadastraal
bekend in sectie H ender nummer 825 en ge-
legen ten noorden van het kasteel Bouvigne
aan den weg naar Galder. Op 4 November 1929
was een gelijk verzoek namens den heer Zoet-
mulder, tot ons College gericht door den
heer J.A, van Bongen, architect, te Breda,
w onder overlegging van eene schetsteekening,
waarop zes 'landhuizen zijn aangegeven.
Aangezien het aanwijzen der rooilijn het
n begin is van bebouwing en wijl wij overtuigd
zijn, dat het bouwen ter plaatse, van aesthe-
tisch standpunt bezien, fataal zou wezen,
hebben wij noodig geoordeeld, ten einde een
zoo volledig antwoord mogelijk te kunnen ge-
ven, eerst het advies van de deskundigen in
zake de welstandsbepaling dar bouwverordening
in te w innen.
Be heer van Bongen oordeelde beter zich
in deze van advies te onthouden, als zijnde
in zekeren zin partij in de zaak, terwijl
de