J 16.
I
een ander deskundige een advies uit te brengen. Wij
zijn overigens ook van oordeel, dat in deze belangrijke
aangelegenheid een advies van meer dan een deskundige
zeker gewenscht is.
In overleg met de deskundigen is door ons verzocht
aan den heer Dr. J. Kalf, Directeur van het Rijksbu-
reau van de Monumentenzorg, te 1s-Gravenhage en schrij-
M
ver van het werk Monumenten van Geschiedenis en
Kunst betreffende da Baronie van Breda, voor deze
w gelegenheid deel van de commissie te willai uitmaken.
De heer Dr. J. Kalf meende, op grond van het bepaalde
in artikel 10 van de desbetreffende verordening, niet
f i
aan het verzoek te kunnen voldoen, omdat hij geen ar-
cnjtect is.
Wij hebben daarop aan den heer Ir. Schaap, den
ontwerper van het uitbreidingsplan, die toen juist
f r
te Ginneken vertoefde, na gepleegd overleg met de des-
'i - f-;- 'i.
kundigen, verzocht met den heer Bilsen een rappprt te
willen uitbrengen. De heer Ir Schaap, die Voorzitter
;i
is van de Geldersche Schoonheidscommissie, verklaarde
zich daartoe onmiddellijk bereid.
Het rapport van derheeren Bilsen en Schaap is door
n ons ontvangen* De deskundigen hebben geadviseerd eene
eventueels aanvrage om een bouwvergunning te weigeren,
omdat alke bebouwing op het bedoelde te rrein zal
schaden en uit het oogpunt van welstand aanstoot zal
geven.
Aan den heer Van Dongen is daarna bericht, dat geen
aanleiding bestaat tot het aanwijzen der rooilijn,
zoolang geen verzoek met bijbehooréaüe teekeningan
is ingediend. Verder is bericht, dat op een eventueel
verzoek
de heer Bilsen er de voorkeur aan gaf in overleg met
i
-
j.
-.« •-
t
M-
- 1 r 'I
i. t 1
f". >rj i - 5 ty
*a - - - <r v r n
J - -
j'.i r
- 1