u
len
lie
a,cht
;io.
19 J O
en
rer
Len
ii-
28
cor
ii
11 standpunt van den Raad in openbare zitting voor
Gedeputeerde Staten verdedigen.
De schriftelijke toelichting is bereids door ons
College geschied
De heer SPRENGER heeft de schriftelijke toelichting ge
lezen. Daar is geen speld tusschen te steken. Het stuk is
van akelige eenvoud De kwestie is van nationaal belang.
In beide richtingen wordt de gemeente de dupe. Spreker zou,
wanneer Gedeputeerde Staten en .de Kroon de gemeente in het
ongelijk stellen, wenschen, dat dan de burgerlijke rechter
de zaak moet beslissen. Spreker heeft een artikel geschre
ven in den H Vrijzinnig Democraat De redactie heeft het
artikel niet opgenomen, alvorens eerst het Bureau voor
Volksonderwijs te hebben geraadpleegd. Dit bureau heeft
medegedeeld, dat de heer Sprenger in den grond van de zaak
gelijk heeft. Het standpunt der gemeente zal nu zoo &oed
mogelijk moeten worden verdedigd. Spreker wil niet zeggen,
dat de verdediging bij den Voorzitter niet in goede handen
is, maar die heeft e? toch niet dagelijks mee te maken.
Spreker zou de verdediging aan.den heer Kl&as de Vries wil
len opdragen. Spreker gelooft niet, dat dit kosten met zich
zal brengen.
De VOORZITTER K&l zich daar volkomen bij neerleggen. Hij
gevoelt zich daardoor niet gepasseerd.
De heer VAN N00TEN merkt op, dat de Voorzitter reeds in
de vorige vergadering is aangewezen.
heer
De/LOERAKKER vraagt of we hierdoor wel op den goeden weg
zijn. Spreker zou liever iemand aangewezen zien, die onpar
tijdig er tegenover staat.
De heer VAN MIERLO zegt, dat.het hier alleen gaat over
het beroep bij Gedeputeerde Staten. Overige beschouwingen
>-
4