vermoeden van schending van geheimhouding
door leden van den Gemeenteraad in zake be
sprekingen betreffende de brandweer en den
aankoop van het pand Elsevier..
Door de Oommissie is aangaande haar onder
zoek verslag uitgebracht.Het verslag is voor
de leden ter inzage gelégd.
De heer BRINKERHOF vraagt,wie de persoon
is,die in het rapport niet wordt genoemd.Het
wordt hoog.tijd,dat de persoon,die de geheim
houding heëft geschonden,meer aan de Kaak wordt
gesteld.Spreker vraagt,hoe de heer Elsevier
aan den Burgemeester heeft gemerkt,dat meer
geboden kon worden.
De VOORZITTER zégt niet te kunnen antwoorden
op de vraag,hoe de heer Elsevier heeft gemerkt,
dat spréker meer kon bieden.Misschien heeft hij
jiïiia v
dat aan de gelaatsuitdrukking gezien.Dat moet de M
heer Elsevier weten.
De heer LOERAKKER merkt op,dat de heer Brinker
hof aanmerking heeft gemaakt,dat een persoon
in het verslag niet.genoemd wordt.De oproeping
van dien persoon berustte echter op een vergissing.
'o— 4 v iiV
Wij hebben gemeend dien persoon niet te moeten
noemen,omdat die er niet op gesteld was en om
dat het op een misverstand berustte.De heer Beens
blijft weigerachtig,doch wij kunnen er niets aan
doen.Dé Oommissie beschikt niet over dwingend
recht en kan niemand noodzaken voor haar'te
innemin
,d Burg
stuur.
uikbetu
•Hei dei
;Iii iiOXl
verschijnen.Spreker zou willen vragen of de Commis
sie verder kan gaan.
-De heer BRINKERHOF merkt opdat alle raadsleden
beschuldigd zijn.Spreker zag gaarne een onderzoek.
ökbetuJ
ïon.han
tëbetuj
Breda
°otschs
beterir
enen.