I:.-J
XQs.nOK -
OS
c v..
bio s ffiobe Ibi 9 v
:_t ,0
n 1
Waartoe leidt deze simplistische opvatting bij
den haagsten rechter inzake de onderwijswetge-
ving?Wanneer krachtens de jurisprudentie sedert
1929 de schoolbesturen practisch de vrijheid hebben
alle leermiddelen aan te schaffen voor rekening
der gemeente,dan volgt daaruit onvermijdelijk,dat de &.MM
jurisprudentie van 1927 waardeloos is geworden
voor de praktijk.Teneinde te voorkomen,dat aan de
schoolbesturen dubbel moet worden betaald,doen
daarom de gemeentebesturen voortaan verstandig
-en het is mij bekend,dat er gemeentebesturen zijn,
die reeds blijk gaven om voldoende' verstand te be
schikken in deze -de-uitgaven voor aanschaffen en
onderhouden van de schoolboeken,leermiddelen en
schoolbehoeften-dus die van art.55 onder f-maa±
te verwaarloozen bij het bepalen van de vergoeding
krachtens artikel 101.Anders loopen zij kans,dat
voor het geld,dat ter beschikking van de school
besturen wordt gesteld,tengevolge van de kosten
als bedoeld in artikel 55 onder fHande?fre uitga
van ter verzekering van den goeden gang van het
onderwijs"worden gedaan,terwijl betaling van de
schoolA&ftfe&l&ftboeken -en- leermiddelen,rekeningen
wordfcji bewerkstelligd met behulp van artikel 72
in de lezing van October en November: 1928.
Dat dezé houding van de gemeentebesturen zich
zouverheugen in de sympathie der schoolbesturen
èh der met die schoolbesturen bevriende hoogere
9 autoriteiten waag ik te betwijfelen.En toch,al
werd die sympathie aan de gemeentebesturen ver
zekerd, ook dan-nog ware er geen reden tot uit
bundige vreugde bij de gemeentebesturen,of liever
n,r;i> 48 ïo
ai tlb al
139.;.. IA1;
r** r c\ rx
l r\ j* t