/'16. Een periode van vier jaren van onmacht loopt ten einde.Laten de kiezers zorg dragen,dat e&-niet een tweede zoodanige periode op volgt. De toestand is langzamorhand zoo geworden,dat diegenen,die zich moeite geven voor dé belangen van Ginneken,die studie maken van de stof,die hier te behandelen komt,vrijwel voor gek zitten.Er wordt niet eens meer geluisterd naar argumen ten van hen,die.het niet met Burgemeester en Y/ethouders eens zijn.Dat is ook niet noodig:Er wordt toch wel gestemd door de meerderheid,zooals Burgemeester en Wethouders^of wellicht is het juister te zegge^zooals de Burgemeester wil.Een re cent voorbeeld: De maidenspeech van den heer van Mierlo had hij even goed kunnen afsteken voor de koeien in de weide bij de Duivelsbrug,ja,met het ook op de. warmte ware dit wel zoo verstandig geweestiHet succes ware hetzelfde gebleven.De geestverwanten van den heer van Mierlo lieten hem maar praten zonder een poging te wagen,hem van ongelijk te overtuigen. Noch het gedocumenteerde betoog van den heer van Mierlo,noch zijne cijfeps werden eenigsèins afdoende beantwoord,gezwegen van de verklaring der heeren Loerakker,Verdaasdonk en van Eyl dat ze niet meer met mij in eehe commissie wilden zitten.Zijn dan niet de heer van Mierlo en ik door den Raad voor den gek gehouden?Wijn wij niet in .het openbaar door de ledepoppen in het ootje genomen?Id men daarvoor lid van den Raad?Geeft men daarvoor tijd en moeite aan de behartiging der belangen van Ginneken? Is dat de bedoeling der kiezers van Ginneken? Een ander voorbeeld.Bij het voorstel van Burgemeester en Wet houders om in beroep te gaan tegen de beslissing van Gedepu teerde Staten ter zake van de geldelijke afwikkeling van de annexatie^ hield ik een uitvoerig betoog tegen de cijfers van Burgemeent er; en Wethouders, Ik geef iedereen het recht om mijn betoog aan te vallen,,om de ondeugdelijkheid van mijne argumen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 203a