ten te bewij zen.Maar niemand deed daartoe een poging. Alleen de conclusie,waartoe ik kwan,t.w.dat ik de?l handelwijze van Grinneken- zou willen betitelen als die van een gevaarlijken flesschentrekker en die van Breda als die van een geraffineerden oplichter, was voor den heef Loèrakker aanleiding voor een woord van protest.Let wel,de motiveering van mijne beschul diging bestreed hij niet.Eerst toe^een zekere M.B.in de Bredasche -Courant nog eens extra-de aandacht ves tigde op deze ook voor Breda niet onbelangrijke kwes tie, verklaarde de heer Loerakker in een ingezonden artikel,een paar dagen later,dat met de stukken kan worden bewezen,dat mijne rede er geheel naast is ge weest. Elke schaduw van -bewijs ontbrak,evenzeer als een poging,om de meer bepaaldelijk door M.B.naar vo ren geschoven stellingen uit mijn betoog te ontzenuwen. Te betreuren is zulks zeer.Hij volgde liever den raad van jufjgpuw Co in Heyermans"Allerzielen""Als je niks zegt,praat je*t verstandigst".Maar al weer,is dat ern stig werk?Is dat de juiste waardeering van hetgeen men als raadslid verricht?Is dat naar den zin van de kie zers?. Maar er is meer.Wat dé Raad beslist,wordt hoe langer hoe gekker.De voorbeelden liggen voor het grijpen in de werkzaamheden van den Raad gedurende de laatste twee jaren.Het begon al in 1929 met de brandspuit. Liever werd er zes duizend gulden besteed voor een Italiaansche spuit dan vier duizend gulden voor een brandspuit van Hederlandsch fabrikaat."De Burger moest een Fiat hebben",zei men.Maa4k het was dan ook een spuit van"superieure hoedanigheden"Helaas, hebben we daarvan nog niet veel bemerkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 206