YI Dat is wat anders Mijnheer de Voorzitter.Nu komt de aap uit de mouw.Óndanks alle tegenspraak van U Mijnheer de Voorzitter,ondanks alle gekonkel met Gedeputeerde Staten,wordt thans toegegeven, dat mijne bezwaren tegen de berekening van Burge meester en Wethouders juist zijn.Trouwens uit het antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw op de vraag vanMeen lid"der Tweede ka mer in het voorloopig verslag over de begrooting van zijn Departementblij kt duidelijk, dat Zijne Excellentie over het feit van een aanzienlijk offer, door Ginneken te brengen,niet in twijfel verkeert. Wel verklaart hij het bedrag op f.2000.-geschat te hoogVmaar daarentegen verwaarloost hij,dat dat be drag vijftig maal moet worden betaald.Nu ja wie op 'z zulke kleinigheden let.Al is de leugen nog zoo snel de waarheid achter haalt haar wel. - De VOORZITTER Ik roep U tot de orde.U haalt de Mi nister bij^ die kan zich hier niet verdedigen. Wij wel.Ik kan niet toelaten dat U zoo over den Minister spreekt.Anders zal ik U het woord moeten ontnemen en schoors de vergadering. De heer SPRENGER Bedroevend bij de behandeling xtsv srclrisiere van het voorstel was de houding van den heer Loer akker. Blijkbaar voelde hij,dat de motiveering van Burgemeester"en Wethouders niet geheel zuiver was. Maar door zich dadelijk gewonnen te geven na de me- dedeelinig van U Mijnheer de Voorzit ter, dat uitstel van behandeling niet mogelijk was,laadde hij eene zware verantwoordelijkheid op zich,eene verantwoor delijkheid wwaarder dan degenen,die in hunne vol maakte bnwétendheid van alle berekeningen niets begrepen,èh zich als schapen ter s^lachtbank

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 207