/^20. nog maar tot de gedachten behooren,werkelijkheid zullen worden,dit punt van Ginneken werkelijk mooi zal zijn. De nieuwe finantiieele regeling tusschen rijk en gemeen te en het daaraan verbonden belasting-systeem kwam tot stand.Een zeer moeilijke materie die door de meerderheid, zonder veel discussies van Burgemeester en Wethouders werden overgenomen,met de gevolgen van dien dat het ka pitalisme in deze gemeente zooveel mogelijk gespaard is en de arbeidersrdie hun arbeid in dienfct stelden van het kapitaal,werden niet ontzien.En dan wil ik noemen Mijn heer de Voorzitter de indeeling van de gemeente in klas sen. Ik heb me nog niet kunnen indenken, hoe de Roomsch Katholieke arbeiders vertegenwoordeging dit maar zonder meer hebben kunnen slikken.De opcenten op motorrijwielen, dus ook auto's,zijn met een streek afgeschaft.Ook hier is bijna geen woord over verspild.De Voorzitter en een Wethouder^ hebbten ook voor hun eigen nog niet zoo dom gehandeld,toen zij het ontwerp opmaakten,al gaat dit ook ten kosteMvan de andere gemeentenaren.Opcenten op de on bebouwde eigendommen zijn afgeschaft om zoogenaamd de tuindersbevolking tegemoet te komen,doch deze hulp is slechts schijn en komt het groot grondbezit ten goede. Opcenten op de vermogensbelasting mochten niet worden ge- noemd.Mijnheer de Voorzitter het is een schoone gedachte dat we aan deze regeling niet getrouwd zijn.Moge het vol gend jaar die belasting zoo worden geregelddat naar bil lijkheid en rechtvaardigheid deze geheven zal worden. Een gelukkigen middag had de Raad toen hij besloot den reinigingsdienst in eigenbeheer te doen behouden.De slachthuiskwpstie kwam voor een tal van ingezetenen tot te een goed einde.Moge de Raad ook de nog volgen aanslagen op het recht van deze ingezetenen weten te weerstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 207a