ingesteld tegen het besluit van den Gemeente-
raad vsnSö October 1829 tot het nie t-ve rleenen
van medewerking aan het verzoek van dat bestuur
n om gelden beschikbaar te stellen voor nieuwe
leer- en hulpmiddelen*
11 Door Gedeputeerde Staten is in deze beslis-
ji v. y j
sing genomen en werd het besluit van den Raad
vernietigd.
Hoewel wij van oordeel zijn, dat aan de
schoolbesturen behoort te worden toegekend,
waarop zij wïettelijk aanspraak kunnen maken,
kunnen wij ons toch met de beslissing van
i
Gedeputeerde Staten niet vereenigen.
Het hoofdbezwaar tegen het toestaan der gelder
n achten wij gelegen in het feit, dat de gelden
voor gewone leer- en hulpmiddelen uit de inge-
volge artikel 101 der Wet ep het Lager Cnder-
wijs door^de gemeente toe te kennen vergoeding
w' behooren te worden gekweten
I
Wanneer op grond van de artikelen 72 af 84
der Wet bp het Lager Onderwijs 1920, voor den
aankoop van nieuwe leer- en hulpmiddelen gelden
moeten worden verstrekt in aide gevallen, waar-
in dit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten
wordt vereischt, dan wordt o*i. aan het begin-
«t- ft
sel der finansieele gelijkstelling, hetwelk
ook het beginsel der wet is, afbreuk gedaan.
De kosten van de nieuwe leermiddelen toch, wel-
ke in de door Gedeputeerde Staten genoemde ge-
vallen voor het openbaar onderwijs worden aan-
gekocht, worden gerekend te behooren tot de
gewone exploitatiekosten der school. Bij de
aan
-