,1 zou tot geleidelijke verharding van dien :"i' O r- t.; iil weg kunnen worden overgegaan. K .'rif -• I De heer VAN EIJL kan zich niet met prae- advies vereenigen, Wanneer óp dei^U uitkomende keien moet worden gewacht, zal het niet spoedig gebeuren. De weg is erg slecht» Spreker vraagt of het niet beter.zou zijn oude keien te koopen. Het betreft hier geen afgelegen weg, maar een weg vlak bij Breda, Wanneer de weg verhard was, zou hij spoedig bebouwd aijn, wat weer voordeel zou zijn voor A gemeente» De heer OOMEN kan zich volkomen vereenigen met het prae-advies» Spreker voèèt alles voor geleidelijke verhadding» De uitgave is thans niet gemotiveerd. De afstand_van de harde wegen kort» Met eene straat be Lasting, kan de. wegen verbetering komen» De heer LOERAKKER is van oordeel, dat, als we alle wegen moeten verharden, het veel te duur wo ddt De heer' VAN SUL acht eene straat belasting ge- wenscht De heer LAUREY merkt op, dat, hoewel nu niet aan orde, eene straatbelasting gewenscht is, De heer OOMSfi heeft het reeds gezegd en nu verklaait de heer Van Eijl zich ook daarvoor. De Raad besluit thans niet tot verharding van het Heusdenhoütsche st'raat je over te gaan, doch dit in de toekomst gélèidelijk met uitkok- mende keien te -.doen» De VOORZITTER zegt, dat een flinke koolasch- ver betering zal worden aangebracht» 18. Verzoek r j i f V i i T' J

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 22a