De VOORZITTER zegt, dat de leden van het brandweer-
college niet gediend schijnen van den heer Heerma van
Voss als Opperbrandmeester
o
Verlichting 3* De heer SPRENGER Acht het noodig, dat meer verlichting
Galderscheweg.
wordt aangebracht aan den Galderschen weg Een kind
is op klaarlichten dag aangerand Hieruit blijkt,
dat het politietoezicht onvoldoende is
De VOORZITTER zegt, dat verschillende processen-verbaal
zijn opgemaakt Spreker vraagt, waarom de heer Panis
niet tot -hem komt. Het is zoo geweldig moeilijk tegen j
die individuen op te treden Spreker heeft den hout-
vester gevraagd toezicht te laten uitoefenen; waar heeft
die zijn staf voor
De heer SPRENGER zegt, dat de gemeente-politie met het
Staatsboschbeheer en de Maréchaussée moeten samenwerken.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Panis bij het hoofd van
Y politie had moeten komen
Toepassing De heer BRINKERHOF jtógt, dat we een paar maal de
Bouwverordening.
bouwverordening hebben gewijzigd Spreker zou aan
Wethouder Rijppaart willen vragen die .zelf royaal
toe te passen Niet alles kan worden voorgeschreven.
De kap moet voldoende hecht zijn. Het is voor den op
zichter moeilijk een bemerking op den Wethouder te
maken. Spreker hoopt, dat de heer Rijppaart zal bouwen,
zooals moet gebouwd worden
De heer RIJPPAART zegt, dat de heer Brinkerhof tot hem
is gekomen en gevraagd heeft of spreker niet bang was
voor de kap Spreker geeft de verzekering, dat de kap
goed is, doch ze was niet klaar
De
j v
V*. T
v J J. 'u u J o
- v.. .L u .1... 0 vj V' - -