5.
lew &tt031 flfcia. asb Isa lOHfiKXH 183 icexf -1
Vaststellende dat het teniet doen van de aan-
l 'i- -r
gegane koop en verkoop tegen afgifte van een
C r I *2 T' ft: r: ,'v! i IC' I
verklaring ter rehahilisatie van den heer P.
;i
Brouwers het vermoeden van handeling strijdig
'..4 Yï.-.. X
met artikel 39 der Gemeentewet verstrekt,
.idosideg nehiow gnlmmeïe ai I&x taewuorfoaec>
Spreekt als zijn oordeel uit, dat al moge
n idv i i ol i ïhTOü 2L-ï
formeele inbreuk op de bepalingen der Gemeen-
tewet niet zijn gebleken, een optreden als
ifhiow tJdojBicfe-a ^air.meie ai ivbs-cifrq t©H
dat van den heer P. Brouwers het prastige als
raadslid niet verhoogt,
- 'i - X
Gaat over tot de orde van den dago
l'io I- - -
De heer BRINKERHOF zegt, dat het geen hatelijk
heden zijn, maar waarheden^ die in de vorige vergade
ring toch ook gezegd zijn»
De heer LOERAKKER acht de motie onjuist» De heer
Brouwers heeft niet gehandeld als Raadslid of als lid
der bouwcommissie»
De heer BRINKERHOF is van oordeel, dat de func
tie wel degelijk meetelt.
De heer LAUREY zal er niet meer over spreken.
Hij acht het indienen der mot ie riet juist nu de heer
Brouwers afwezig is».
De VOOR21 TT£R is het er miet volkomen mee eens.
Als er schuld is, moet de heer Knibbeler evenzeer
boeten; de heer Knibbeler is nu overleden.
De VOORZITTER stelt voor over het prae-advies
te stemmen»
De heer BRINKERHOF trekt zijn motie in tot de
a o
volgende .vergadering.
I O
De VOORZITTER zegt, da,t het geen zin meer heeft,
A t
wanneer de zaak afgedaan is.
De
9