18. 1 xi i lie door U toegezegd, dat overleg met den Staat zou worden gepleegd. In dien 2in is vervol gens door den Raad besloten. Wat is de uit slag van het gepleegde overleg? Door den VOORZITTER wordt hierop geantwoord: Bij brief van 6 November 1929 is de©? den heer Houtvester van de Houtvesterij Breda het ver zoek van de bewoners van Bieberglaan medegedeeld. den heer Houtvester is, ingevolge besluit van den Raad bij dien brief verzocht maatregelen te willen treffen om te komen tot verbetering van den weg of te willen mededeelen onder welke voorwaarden tot verbetering daarvan zal worden overgegaan. Tot dusver is daarop geen antwoord ontvangen. Be heer SPRENGER merkt op, dat door den Raad was besloten overleg te plegen. Dit komt niet duide lijk u,it in den geschreven brief. De VOORZITTER zegt, dat dit is gevraagd. De heer LAUREY merkt op, dat het meer de bedoe ling van den Raad is geweest samenwerking te verkrij gen. De VOORZITTER acht het eene kwestie van woorden. De heer SPRENGER stelt voor Burgemeester en Wethouders uit. te noodigen een nader schrijven te richten. De VOORZITTER zegt, dat er een brief zal ge schreven worden. We behoeven toch den Houtvester niet na te loopen. De X xj 1 X 11 J- J 8 OCX'.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 42a