11 lijk terrein van Bouvigne, het uiterlijk van
Bouvigne wordt bedorven, hetgeen niet in het
algemeen belang der gemeente is, keurt de
11 houding van Burgemeester en Wethouders af;
11 En gaat over tot de orde van den dag.
De heer VAN MIERL0 wenscht geen uitspraak in
deze te forceeren. Wanneer de Raad van oordeel
mocht zijn, dat Monumentenzorg niet van Lotje
getikt is, zou daaruit de meening blijken, dat
de heer Sprenger van Lotje getikt is.
De motie wordt niet ondersteund, zoodat ze niet in
stemming wordt gebracht.
De VOORZITTER zegt, dat in het vervolg den Raad te
voren kennis zal worden gegeven.
De heer BRINKERHOF meent, dat noodig is een uitspraak,
t
waarbij wordt vastgelegd, dat uitbreiding niet onder
artikel 6 van het huurcontract valt.
De heer VAN MIERLO zegt, dat, wanneer de Pius X Stèih-
ting het met deze opvatting niet eens is, eene arbitrage-
commissie uitspraak kan doen.
De derde vraag is door den heer Brinker$of ingetrok
ken.
De vierde vraag luidt als volgt:
11 Willen Burgemeester en Wethouders bevorderen, dat
de toegezegde meerdere verlichting in de Bouvigne-
11 dreef wordt aangebracht? 11
De VOORZITTER antwoordt, dat aan de Bouvignelaan
vijf lantaarns zijn bijgeplaatst; er staan nu tot aan de
wielerbaan aaht lantaarns.
De heer OOMEN meent, dat het niet aangaat om alle
deelen der gemeente te verlichten evenals de Markt.
De heer VAN EIJL meent, dat het aan de Bouvignelaan
meer
C
T