Art. k-B..
"1. Bij ziekte van een pasrsoon, 'die voor bewerkstelling
in aanmerking zou komen en volgens de Ziektewet geen
aanspraak kan maken op uitkeering, wordt deze per-
soon èvéneens een ui tkeèring'gedaan volgens de bepa-
lingen in art.
"2. Een georganiseerde^gehuwd of kostwinner en niet uit-
getrokken, ontvangt een bijslag op zijn werkloozenkas--
uitkeering tot een bedrag.dat hij bij tewerkstelling
aan de werkverschaffing zou ontvangen
Art7
Voor werkverschaffing komen alleen in aanmerking gehuw-
"den, kostwinners en kostgangers. J&een'werkman tot de
"categorie der kostgangers behoort, wordt beoordeeld naar
"den toestand vs.n 1* November 1930 thans 1 Nov.1929
"terwijl ook enz. enz.
Art. 8
"1. Voor werkverschaffing komen niet in aanmerking per
sonen die behooren tot een gezin, waarvan de inkomsten
f 22.50 per week bedragen thans f 15 vermeerderd met
f 1. voor ieder gezinslid
Art. Ik-
"Bij eindiging van den werktijd*,1 trebdt een steunregeling
"in de plaats, waarbij dezelfde uitkeeringen zullen plaats
"hebben als bedoeld in art. 4- en 4-a'J
De Heer BRINKERHOF hisx betreurt het, dat zijn voorstellen
in het prae-advies zoo zijn dooreengehaspeld
Spreker wil artikel 1 wijzigen,, dat men ven 1 Mei 1930 af
hier moet, hebben gewoond Nu wordt voorgesteld dertien
maanden Spreker vraagt wat men met de gezinnen moet
aanvangen, die later in, de gemeente zijn gekomen. Het
0/
i
