De VOORZITTER antwoordt, dat die na den vanter opgeruimd zullen worden, Bouw 17. De heer SPRENGER vraagt of het in de Raadhuis. bedoeling ligt de Raadhui siwestie door dezen Raad te laten behandelen. Spreker wil er bij voorbaat teeds tegen protasteeren, dat dit punt nog door dezen stervenden Raad zou worden afgedaan. Hij zal daarbij zeker worden gesteund door den heer Van Mierlo. De VOORZITTER antwoordt, dat de Burgemeester zulks heeft medegedeeld in de officieuze bijeen komst. Verder kan spreker er niets van zeggen. De heer VELTMAN zegt, dat de Voorzitter heeft gezegd onmiddellijk te vergaderen. De heer BRINKERHOF zegt weer tweemaal uit de Raadzaal te hebben moeten gaan bij het inzage-nemen van stuiken, omdat er geen plaats was, Voor ziening 18. De heer BRINKJ1RH0F zegt, dat er licht en" water'."" een man is in de Prinses Juliana- straat, die geen licht en water kan krijgen, om dat hij een lantaarn heeft aangereden. Nu wordt hem van gemeentewege den last opgelegd den paal te betalen. Het is geen manier van doen om iemand zoo ,te dupeeren. De directeur Is hieri/de aangewezen man om te beslissen; dat moet de rechter doen. Spreker stelt voor licht en water te geven. De VOORZITTER-zegt, dat deze zaak aan Burge meester en Wethouders niet bekend is. De heer LOERAKKER zegt, <Jat deze kwestie meer- malen in de vergaderingen der Lichtfcommissie is besproken. Nu de zaak zoo staat, dat Burgemeester en ■r 'yvüZ'L'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 130