Drie en twintigste en laatste blad. ^3? en Wethouders daarvan onkundig zijn, verheugt spreker zich daarover. De bedrijfsleider heeft den betrokken per- soon opgebeld en heeft gevraagd of die betalen wil. Liaar zoo kan dat niet gaan; zoo mag niet worden afgesloten. De man kan geen water en licht krijgen. De VOORZITTER zegt, dat het nader zal worden onder zocht. Beschikbaar stellen 19. De heer BRINKERHOF had gedacht, dat mandaat enkele leden hun mandaat ter be schikking zouden hebben gesteld wegens hun bedanken voor het lidmaatschap van de R.K, Kiesvereeniging. De VOORZITTER antwogrdt, dat de Raad zich daarmee I niet heeft in te laten. Verontreinigen 20. De heer SPRENGER zegt, dat de straten straten. hier worden verontreinigd. Spreker ver langt daarvoor politie-toezicht De heer LOERAKKER is van meening, dat hier een stort plaats ontbreekt. De menschep weten niet, waar ze met de steen en moeten blijven. Spreker acht het gewenscht, dat daarvoor een plaatjs wordt aangewezen en dat de jeugd daarvan wordt geweerd. De heer VAN EIJL vraagt of de gemeente daarvoor heeft te zorgen. De heer BRINKERHOF zegt, dat Them klachten ter oore gekomen zijn, dat flesschen niet worden medegenomen/ door de gemeente-reiniging. De oorzaak daarvan is, dat er geen stortplaats is. De heer OOMEN zegt, dat het zou kunnen, wanneer de menschen twee bakken hadden; een voor vuil en een voor harde voorwerpen. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 131