deeld is het volstrekt niet zeker, dat tot den bouw van
een nieuw gemeentehuis zal worden overgegaan En de
architect heeft het ook zoo begrepen. Spreker betreurt
het ten zeerste, dat Burgemeester en Wethouders voldoende
<r
gronden aanwezig Rebben geacht om met deze voorstellen
te komen bij dezen Raad, welke binnen twee maanden in zijn
geheel zal moeten aftreden. Spreker is van een geheel tegen
overgestelde meening dan Burgemeester en Wethouders en van
gevoelen, dat déze Raad in deze geen beslissing behoort
te nemen.
Al moge het juist zijn, dat de tegenwoordige leden
zich in de materie hebben ingewerkt en zich een oordeel
daarover kunnen vormen, dit sluit niet uit, dat de nieuwe
Raadsleden, die zoo straks zullen zitting nemen zich die
kennis binnen eenige maanden ook'wel kunnen eigen maken.
De nieuwe Raad zal zich juist in de materie moeten inwer
ken. Want het is geen ktast uit te geven, maar het is de
groote kunst de middelen te vinden om de uitgaven te dek
ken en dat blijft voor den nieuwen Raad weggelegd,
Zeker, Mijnheer de Voorzitter, de Raad heeft in zijne
tegenwoordige samenstelling de volle verantwoordenjlcheid
voor het Bestuur der gemeente tot aan het einde van de
zittingsperiode, maar juist omdat hij deze verantwoorde-
lijkheid HaafVoor heeft en daarvan bewust is, moet hij
geen beslissingen gaan nemen, waarvoor hij d.e volle ver
antwoordelijkheid niet kan dragen. Met het nemen eener
beslissing tot den bouw van een nieuw Raadhuis in deze
vergadering, weet hij, dat het voor hem niet meer mogelijk
is eveneens een beslissing te nemen op welke wijze de
jaarlijks terugkeerende uitgave tot dekking der kosten
zal worden gevonden. Hij is zelfs niet in de gelegenheid
de middelen daarvoor ook maar in de verte aan te wijzen.
Bit