7
loon, dat in artikel 4- wordt bepaald, zou, als men naar de Heer
Oomen moet luisteren, f 12 voldoende zijn.
sten
In artikel 4-a wil spreker 'de ongelukkig*» -onder de werkeloozen
nelpen n.l. hen, die voor werkverschaffing in aanmerking komen,
doch wegens ziekte daartoe niet in staat zijn en volgens de Ziek
tewet geen uitkeering ontvangen. Met het tweede lid van art. 4-a
wil spreker een groot onrecht trachten weg te nemen Hierdoor
zullen de georganiseerden toeslag-ontvangen op hun uitkeeringen,
tot hèt bedrag- dat ze zouden ontvangen, wanneer ze te werk waren
gesteld. De bepaling, dat iemand werkloóze is, zou spreker alleen
naar den toestand van het oogenblik willen beöordeelen. De bepa
ling" in art, 3, "dat een inkomen ven 1 15 voldoende w.ordt geacht
om van te leven, acht spreker onjuist-Hierdoor/, wordt pauperisme
bevorderd. Art. '14 'iseen vanzelfsprekende aanvulling wanneer
er redenen zijn de werkverschaffing stop te zetten, moet er eene
steunregeling voor' ih 'de' plaats komen'
De Heer SPRENGER' kan de voorstellen van den Heer Brinkerhof in
twee categorieën splitsen De eene st/elt verhoo ing van loonen
voor; d^andere organisatorische verbeteringten Met de tweede
stemt spreker in; niët met de eerste
Voor artikel 1 acht spreker een termijn van zeven maanden aanbe-
v el£n s r; aar dig. De- artikelen 4- en 7 zijn juist. In zake de loonen
kan spreker niet met de voorstellen meegaan.
De Heer BRINKERHOF nam aio voorbeeld het .slechtste loon van
f"IR per'week, doch hij had moetén nemen het loon van den geor
ganiseerde met twee kinderen
De Heer OOMEN verklaart zich voor werkverschaffing We zitten
hier echter nog voor andere belangen dan alleen de werkverschaf
fing. Wanneer werk wordt verschaft, willen de ingezetenen ook een
tegenprestatie zien en dan moe-t het geen lijntrekken zijn. Er
■zijn er weljdie.werken1 willen, doch over het 'alge ïeen zit de wil
J' daartoe niet- voor De