yf13-
gesteldheid van den hodem voor alle zekerheid nog door
een proefboring is vastgesteld. Er blijkt geen kwestie
van moer te zijn. De adressanten slaan de plank ver
mis, waaruit blijkt, dat aan het adres elke ernst vreemd
is.
1
In aansluiting op hetgeen de heer Van Mierlo nog zeide;
over malaise, voert spreker nog aan, dat elk in eigen
omgeving de malaise dient te bestrijden, "anneer we
allemaal blijven zuchten, dat het toch zoo'n malaise-
tijdjé is, komen we er nooit uit. Niet alleen de midden-
stand kreeg de klappen, ook de a.rbeiders leden er onder.
Nu zeg ik dit hier niet om propaganda te maken voor de
arbeiders, want honing en venijn kunnen uit dezelfde
bloem gezogen worden, doch ik consta.teer alleen het
feit. Dat Duitschland er zoo slecht voor staat, komt
doadat het zoo arm is. Men verlieze niet uit het oog,
dat de werkloosheidsbestrijding bij den bouw, die al
licht niet in een jaar zal zijn afgeloopen, ook van
bet eekenis is, wanneer een 7^ a SO tal Ginnekenaren
daar wsrk vinden. We moeten niet bij de pakken neer
blijven zitten. Dat er nu een school van een dergelijke
omvang in Ginneken wordt gebouwd, jmich ik toe - zegt
spreker - doch waarom in dien malaise-tijd wel zoo'n
school bouwen en geen Raadhuis? De begrooting zal bo-
vendien meevallen, daar alles ruim genomen is.
De heer BRINKERHOF is< voor sten der van den nieuwbouw
en kant zich tegen de opwerpingen van den heer Van
Mierlo, die vrijwel geheel zijn overgenomen uit het
adres der tegenstanders- en hun zoogenaamde deskundige.
Deze Raad, volgens de heer Van Mierlo niet bevoegd,
dient de be-slissing te nemen. Wanneer Burgemeester
en