dit terrein zal koopen voor f, 55000,-, om daar dan
huizen op te zetten. Zeker de heer Heerma van Voss
kan zelf het terrein gaan exploiteeren, maar hij gaat
zich toch vrijwillig geen strop halen.
Waar zou het heen moeten, indien de gemeente alle
mooie plekjes moet gaan koopen tegen hooge prijzen, wan
neer de eigenaar maar zou zeggen, koop je het niet, dan
maak ik er houwtèerein van.
Ik kan er mij best mede vereenigen, dat de gemeente
gronden aankoopt, welke het natuur schoon verhoogen, maar
dan tegen redelijke prijzen en na grondig ömderzcek.
Ik acht inderdaad de grond te duur en ik acht het
geen onbillijk verzoek, wanneer ik te kennen geef gaarne
te zien, dat door drie deekundigen die grond wordt ge
schat, De kwestie moet of geen moer heb ik in mijn vorig
betoog niet aangeraakt. Op verschillende plaatsen in den
omtrek schijnt het wel te zijn, op het terrein Heerma van
Voss blijkbaar niet^ Ook in deze niet deskundig, acht ik
meerdere voorlichting niet overbodig,. Zoo is het mij
als niet-deskundige opgevallen, dat bij de onderzoekingen
is gebleken, dat geen moer aanwezig is en de architect
heeft beweerd, volgens hét courantenverslag, al zou er
moet zijn, de fundeering is aldus geconstrueerd, dat deze
afdoende is.
Het is wel degelijk op de kostenberaming van een gebouw
van invloed of dit gebouw wordt gefundeerd op vasten dan
wel op slechten bodera en in het algemeen is het niet aan
te nemen, daty wanneer een Architect hekend is, dat de
bodemgesteldheid van het terrein goed is, hij zoodanige
voorzieningen bij de samenstelling eener fundeering treft,
dat die fundeering zelfs bij moerasstgen bodem stand zou
houden. Hij zou dan voor een tamelijk gebouw als het
onderhavige