hebben te, voorzien en dan heb ik niet alleen het oog op de arbeiders, maar ook op die kleine boeren en vele midden standers, die gebukt gaan onder de zorgen van dezen tijd. Voorzichtig finanoieel beleid te voeren, is ook onze plicht liet dit principe voor oogen, zeg ik nogmaals tot de Leden van dezen Gemeenteraad: De aandacht van de komende generaties is gevestigd op Uw daden en van de toepassing van een principe, dat zich niet straffeloos opzij liet zetten,kan het afhangen, of het oordeel van het nageslacht Uw glorie zal zijn of Uw vonnis, Uw leven of Uw lot. De VOCRZITTER komt er tegen op, dat de heer Van Mierlo nu voor de tweede maal die woorden aan het prae-advies ontleent en tot de zijne maakt. Aan het geheele betoog hecht spreker niet de minste waarde. De heer SPRENGER zegt: Toen ik,in het buitenland ver toevende, bericht kreeg, dat over het voorstel van Burge- meester en Wethouders de stemmen hadden gestaakt en dat U voornemens was, binnen enkele dagen eene nieuwe vergadering t te beleggen, was mijne ergernis over het slot van dat be- richt haast nog grooter dan de vreugde over het begin. Toen de vergadering uitbleef, meende ik, dat bij U, Mijnheer de Voorzitter, het gezond verstand overwonnen had. Helaas, ik heb mij alweer in U vergist. Spreker bemerkt thans, dat hij het te danken heeft aan de in de inleidende woorden t van den Voorzitter bedoelde dame en aan de huis-aan-huis- verspreiding van de redevoering van den heer Van Mierlo, dat hij thans over dit punt het woord kan voeren. Spreker wenscht eerst eenige opmerkingen te maken over de voorbe- reiding van deze materie, vervolgens zijn standpunt toffee licht en,-bekend te maken is niet meer mogelijk na de uit- gebreide verkiezingsreclame,- ten aanzien van de rapporten Valk en ten slotte te critiseeren de besprekingen en de stemming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 189