sS lK yy en ie erug- sen zich spoedig genoeg kunnen inwerken. Trouwens hijzelf is daarvan het levend bewijs. Spreker zegt het jammer te vinden, dat de Voorzitter zijn mond weer voorbij heeft gepraat, toen hij beweerde, dat men- schen, die een kwart eeuw in den Raad zitting hadden het beste over deze kwestie konden oordeelen, want zoo lang heeft geen der Raadsleden reeds zitting. Als j^3« 25-jarig jubileum viert, geef je een dinertje om korè daarna de ontdekking te kunnen doen, dat ze je d' r uit gewipt'hebben. Na Beenackers en Verlegh hebben we niet zulke lang-zittende leden gehad. Ten aanzien van de flnancieele bezwaren sluit spreker zich aan bij hetgeen de heeren Van Mierlo en Loerakker dient- aangaande op 14- Juli opmerkten. Tegenover de meening in het merkt spreker dat belasting^ prae-adW.es, dat geen belastingverhooging noodig is,£omdat hooging in elk al noodig is, verleden jaar bij de belastingherziening, gevolg van de ge wijzigde financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten, de Raad niet verder wilde kijken dan zijn neus lang is. Alleen reeds daarom zal er het volgend jaar een 20 of 25 duizend gulden hijmoeten. De mindere opbrengst van de directe belastingen tengevolge van de malaise, dus ook de opbrengst der opcenten op de gemeentefondsbelasting - wanneer niet teeds nu, dan toch zeker in het belastingjaar 1932/1933» wanneer de mindere inkomsten uit het boekjaar 193° tot uiting komen - zal ook belastingverhooging ten gevolge hebben. In zulke omstandigheden over te gaan tot den bouw van een nieuw Raadhuis, dat een kwart millioen moet kosten, acht spreker onverantwoordelijk. De redeneering, dat daartoe belasting*» verhooging niet noodig is, noemt spreker weer eene redenee- rlng van Demosthenes-Serraris. De VOORZITTER XXKKX merkt op, dat het niet te pas komt, hem belachelijk te maken. Dé heer SPRENGER vervolgt: Ook in toeneming der bevol- - 1 king

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 195