X^IS.
talen zwegen# Spreker feeeft echter zijn gevestigde over
tuiging voor niemand pri js#! Niemand beter dan de oude
Raad kan hier beslissen, die heeft de ervaring, gaf de
opdracht en moet dit nu afweek en# De vruchten, die rijp
zijn, moeten worden geplukt#
De huisjes in de Brugstraat moeten voor de monumen
tale kerk eigenlijk weg; al kan het voor het Raadhuis
ookngeen kwaad, dat ze weggaan, noodig is het allesminstj
Tien nog niemand dacht aan een Raadhuis daar was er al
sprake van ten behoeve van het verkeer in de Brugstraat
verbeteringen aan te brengen. Slooping zou alleen ge
schieden, wanneer ze voor een redelijken prijs te koop
waren# Pas heeft al herhaaldelijk zijn pand aangeboden
voor f# 6000.-•
De VOORZITTER verzoekt den heer Sprenger zijn mond
te houden#
De heer SPRENGER zegt: En ik zeg niets#
De VOORZITTER zegt: Er zijn grenzen, kwajongen, dat
je benti1
De heer SPRENGER zegt: Ik. wensch hier niet beleedigd
te worden# Trekt Uw woorden in?
De VOORZITTER denkt er niet aan#
De heer SPRENGER vraagt hett woord voor een persoonlijl
feit.
De VOORZITTER verzoekt stilte en zal anders de ver
gadering schorsen#
De heer SPRENGER stelt voor de vergadering te schor-
seb# Het voorstel wordt ondersteund door den heer Van
Mierlo.
De VOORZITTER vraagt voor hoelang men schorsing ver
langt#
De heer VAN MIERLO zegt: U hebt de leiding van de
vergadering, niet ik. De