noeming van een lid der bouwcommissie niet juist is ge
schied. De heeren van Swol en Brouwers hebben bij eene
hetstemming, welke tusschen hen werd gehouden, meege-
st emd.
De VOORZITTER beaamt de bemerking van den heer
Sprenger, zoodat voor die benoeming nogmaals zal worden
gestemd.
De VOORZITTER brengt in behandeling de navolgende
punten van de agenda:
Benoeming 1. Benoeming van een tijdelijk Wethouder,
tijdelijk
WethouderDe heer A, van Nooten heeft verklaard zijne
benoeming tot Wethouder aan te nemen. Eene verklaring
daarvan is overgelegd.
De toestand van den heer Van Nooten is echter van
dien aard, dat niet kan worden verwacht, dat door hem de
taak van Wethouder voorloopig zal kunnen worden vervuld.
Wijl het niet gewenscht is, dat het flollege onvoltallig
blijft, stellen Burgemeester en Wethouders voor tot be
noeming vaneen tijdelijk Wethouder over te gaan.
De VOORZITTER merkt nog op, dat de toestand van den
heer Van Nooten van denzelfden ernstigen aard blijft.
De heer BRINKERHOF wil de raadsleden een goeden
wenk geven, Ginneken is een vocruitgaaade gemeente, waar
de functie van Wethouder niet zoo maar tusschen vinger
t
en duim kan worden waargenomen. Ze eischt den heel en
mensch. Spreker wijst dan op het feit, dat een der Raads
leden, die altijd met ijver zijn raadslidmaatschap heeft
waargenomen, kennis en tijfljl heeft om di^/functie waar
te nemen. Spreker doelt op den heer Sprenger. Hij geeft
den Raad in overweging den heer Sprenger te benoemen tot
Wethouder. De