De VOORZITTER is het met den heer Brinkerhof eens, dat de taak van Wethouder eene zware is. De heer Brinkerhof heeft zijn meening ever de benoeming gezegd en het is aan den Raad daar al dan niet ge volg aan te ^geven. De VOORZITTER verzoekt de heeren Oomen en Sprenger om met hem het stembureau mit te maken, Beide heeren verklaren zich daartoe bereid. Bij de gehouden stemming werden dertien stem biljetten ingeleverd. Bij het nazien der stembiljetten bleek, dat waren uitgebracht: op den heer Oomen 6 stemmen}, op den heer Van Gestel 3 stemmen; op den heer Sprenger 2 stemmen, terwijl 2 briefjes in blanco waren. De heer Oomen heeft alzoo de volstrekte meerder heid van stemmen behaald, zoodat die is benoemd tot tijdelijk Wethouder. De VOORZITTER vraagt den heer Oomen of hij bereid is zijne benoeming te aanvaarden. De heer OOMEN verklaart zich daartoe bereid. De VOêfi-ZITTER verzoekt den heer Oomen in den Wethouderszetel plaats te nemen. De heer OOMEN dankt op de^ eerste plaats de Leden van den Raad, die zijne benoeming hebben bewerk stelligd. Spreker hoopt het in hem gestelde vertrouwen waardig te zullen zijn. Spreker weet, dat het Wet- houderschap eene mooLijke taak is, vooral in deze crisisdagen. Er zal gewerkt moeten worden om de moei lijkheden te boven te komen, doch spreker hoopt op de medewerking van den Raad. Spreker zal zijn best doen om de goede verstandhouding in den Raad en met het College van Burgemeester en Wethouders en den Voorzitter 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 248