8. Een ontwerp-raadsbesluit is overgelegd. De heer PIJNAPPEL vraagt of de tegenwoordige huurder er niet meer op gesteld is. De VOORZITTER Xëï zet het verloop der verhuring uiteen. Spreker spijt het voor den heer Rumund, doch het is billijk, dat de tuin aan den heer Dolmans wordt verhuurd, die daar een zeker recht op heeft. De heer BRINKERHOF is van meening, dat de heer Rumund den grond heeft bemest en verzorgd, niet alleen voor dit jaar, doch ook voor volgende jaren. De heer SPRENGER is hi et voldoende op de hoogte van den toestand en vraagt of hier sprake is var. grondverbe tering. 1 De heer LOERAKKER vraagt of de heer Dolmans bij het huren der woning heeft gevraagd om den tuin te huren. De VOORZITTER antwoordt, dat die daar onmiddellijk naar gevraagd heeft. De heer LOERAKKER vraagt verder of de heer Rumutfnd daarmee in kennis is gesteld. De VOORZITTER zou. dit niet met zekerheid kunnen zeggen. De heer LOERAKKER is van meening, dat dit had behooren te geschieden. De heer OOMEN acht pachtcontracten ïK&ïSSE voor een jaar uit den booze, maar als de grond voor een jaar is gehuurd, heeft de heer Rumund geen recht meer. De heer SPRENGER zou een onderzoek willen zien inge steld of er aanleiding bestaat schadevergoeding te geven. De heer VAN MIERLO wijst er op, dat het juiste stand punt is, dat het voorstel wordt aangenomen. De heer BRINKERKOF stelt voor het voorstel aan te houden. Het voor stel wordt niet ondersteund. t-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 259