De heer BRINKERHOF vraagt de schoonheids- commissie te kennen. De VOORZITTER acht daartoe geen aanleiding te bestaan. De heer VAN MIERLO zegt, dat de Voorzitter dat antwoord bezwaarlijk namens Burgemeester en Wethouders kan geven. Spreker persoonlijk is meer voor een keuring door Heemschut. Hier is heelemaal geen schuld aan Bouvigne. Het vewijt is in deze niet gelukkig. Bij de behandeling van de begrooting kan daarop worden teruggekomen. Waterafvoer 12. De heer KESSEL zegt: Gaarne maak ik Heusdenhout. van de mij aangeboden gelegenheid gebruik een enkel woordje te spreken over de zeer slechte waterafvloeiing in wijk D met name Heusden- hout. In de vergadering van den Raad, naar ik meen c van l6 Februari j.l. is een desbetreffend verzoek- schrift ingekomen, waarvan ik de urgentie volkomen kan onderschrijven. De groote watertoevoer, waarmede het beekje de Leij wordt belast, maakt, dat idle niet in staat is dit naar behopren te verzetten, waardoor de aangren- zende pereeelen en openbare wagen, met name de Lage Raamstraat en Hoogeindschestraat, onder water worden gezet. De druk, die hierdoor op de z.g. schouwslooten wordt uitgeoefend, maakt een goed functioneeren daarvan onmogelijk, waaruit verschil- lende nieuwe overstroomingen ontstaan, waardoor onze landbouwende bevolking veel schade ondervindt en stagnatie in het verkeer plaats heeft. De gemmente Breda heeft daaromtrent reeds m&afcregelen getroffen om ■x ■c •le C

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 264