8. In het prae-advies is door Burgemeester en Wethouders het t volgende vermeld: 11 Betreffende de toegekende vergoeding ingevolge c artikel 1C1 der L.O. wet 1920 moet nog met de beëturen der bijzondere lagere scholen worden af gerekend. 11 Door de besturen der betrokken scholen zijn de bewijsstukken hunner uitgaven over deze drie c jaren aan ons overgelegd, welke door ons zijn on derzocht en tevens ie nagegaan of de verantwoorde uitgaven voor vergoeding in aanmerking komen. Kaar aanleiding van dit verzoek zijn ontwerp-besluiten overgelegd, waarbij is bepaald of en zoo ja hoe veel door de schoolbesturen moet worden gerestitu eerd. De heer 3PBE&GBR zegt: Naar aanleiding van het verzoek door Burgemeester en Wethouders van de bewijsstukken, die door de besturen der bijzondere scholen zijn overgelegd, leg gen Burgemeester en Wethouders aan den Raad voor ontwerp- besluiten, waarbij wordt bepaald of, en zoo ja, goeveel door de schoolbesturen moet \yorden gerestitueerd. Tot mijn genoegen zie ik hieruit, dat door Burgemeester en Wethouders de medewerking van den Raad onmisbaar wordt geacht. Van tweëen een: bij het ferleenen van medewerking aan de uitvoering van een wet door het Gemeentebestuur wordt die medewerking verleend overeenkomstig artikel 151 der Gemeente wet - zelfbestuur - d.oor Burgemeester en Wethouders, voor zoover niet de medewerking bepaaldelijk van den Raad of van den Burgemeester wordt gevorderd. In het eerste geval ware een raadsbesluit heelernaal overbodig. Dat door Burgemeester en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 281