De heer BRAAKHUIS zegt,' dat het verklaarbaar
is, dat hij huiverig is over deze verzoeken om subsidie
het woord te voeren in deze eerste vergadering, welke
door hem wordt bijgewoond. Toch doen deze verzoeken hem
wat vreemd aan. Het komt spreker .voor, dat die verzoeken
te gelijk met de begroo-ting moeten worden behandeld. De
Raad mist nu nag elk inzicht in de begrooting,
Ue VOORZITTER zegt, <dat de meeste verzoeken ieder
jaar terugkomen. Bij de ontwerp-begrooting is reeds met
vorige subsidie-verleeningenvrekening gehouden; terwijl
geoordeeld werd, dat sommige verzoeken dit jaar niet
moesten worden toegestaan.
De heer BRAAKHUIS meent, dat, indien bij de be
grooting rekening is gehouden met de subsidies, de be
handeling dan thans .achterwege.kan blijven.
De heer SPRENGER meent, dat het door den heer
Braakhuis gesprokene aantoont, dat het goed is, wan-
neey er versch bloed in.den Raad komt Uit de beschou
wing van den heer Braakhuis blijkt, dat er iets hapert.
Theoretisch is de opmerking althans juist. Praktisch
bestaat geen groot bezwaar tegen behandeling der sub-
sidie-aanvragen.
De heer BRAAKHUIS constateert, dat hij als lid
van d.e begrootings-commissie nog gelegenheid za} heb
ben de cijfers der begrooting nader te bezien. Spreker
doet geen voorstel om de behandeling der adressen tot
de behandeling der begrooting uit te stellen.
De heer LOERAKKER vraagt, 2ïX&3J3£Xwaarom aan het
Wit-Gele Kruis te Ginneken het bedrag van 2^0,-
niet wor£t. toegestaan voor de inrichting van een
consultatie-bureau,
Be VOORZITTER meent, dat het bedrag niet noodig is»
De
t T
i