en een harmonie-orkest zolder een cent subsidie,
kan niet bestaan.
De heer LOERAKKER blijft nog steeds van mee
ning, dat het particulier initiatief moet steunen.
We leven in een crisistijd. Spreker is van meening,
dat het een goede daad zal zijn het prae-advies aan
te nemen. De heer Verdaasdonk wijst op verschillen^
de andere gemeenten, maar daar zit men misschien
niet voor zoo groote lasten.
De heer VERDAASDONK is van oordeel, dat de
toestand b.v. hier en te Princenhage niet veel
zal schelen.
De heer VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en
Wethouders het voorstel hebben gedaan met het
t
oog op de tijdsomstandigheden. We zitten dit jaar
met een groot nadeelig saldo. De belasting zal
moeten worden verhoogd. Wanneer een beroep wordt
gedaan op andere gemeenten, moet men weten, hoe
de lasten der gemeenten zijn. Bovendien zitten we
hier voor Ginneken.
De heer VEREAASDONK is van oordeel, dat die
onnoozele honderd gulden niet veel zal uitmaken.
i,c''
De heer VAN GESTEL zegt, dat het motieg van
de vermindering bezuiniging is. Er is echter nog
geen enkele subsidie met 4o ingekort. Spreker
stelt voor de dit jaar verleende subsidies met
20 io te verminderen.
Het voorstel van den heer Verdaasdonk om eene
gelijke subsidie toe te kennen als in 1931, n.l.
f. 150.- voor de harmonie van Ginneken en f, 125.-
voor de andere muziekgezelschappen wordt gesteund
door den heer Brouwers.'
Het
-
v
r