19.
zullen worden geheven op de Vermogensbelasting.
Spreker acht dat voor deze gemeente, welke een
woongemeente is, niet gewenscht. Men moet de kip
niet slachten, die de gouden eieren legt. We moeten
het óp prijs stellen, dat hier personen komen met
hooge inkomens. Wanneer die weggaan, heeft dat zijn
terugslag op de andere klassen der bevolking. Spre
ker meent, dat later dit standpunt moet worden ver
laten en dat dan geen opcenten moeten worden geheven
op de Vermogensbelasting.
De heer SPRENGER ïpeent, dat dit punt nog pijn
lijker moet zijn voor den Voorzitter dan het vorige.
Bij de bespreking van den Raadhuisbouw, liet de Voor
zitter het voorkomen,dat geen belastingverhooging
noodig zou,zijn, terwijl nu in het prae-advies is
vermeld, dat het vorig jaar reeds bekend was, dat
belastingverhooging moest komen. Spreker leest voor
een passage uit het rapport van 1930, Wanneer het
vorig jaar 35 9P9 enten waren geheven zou niemand
daar op tegen hebben gehad. Spreker wijst nog op de
verhouding tusschen de verteringsbelastingen en de
belastingen naar het inkomen. 35 opcenten heffen
op de Personeele Belasting is niet veel. Minister
De Geer heeft gezegd, dat de gemeenten vooral zijn
aangewezen op de verteringsbelastingen. In deze
tijden van crisis kunnen we dat advies ter zijde
leggen. Spreker stelt voor de voorstellen van Bur
gemeester en Wethouders aan te nemen.
De heer LOERAKKER stelt den heer Sprenger de
vraag, of hij kans zou hebben gezien in 1930 eene
verordening voor .enkele jaren vaat te stellen.
-j