zijn, dat de beslissing door Gedeputeerde
Staten is verdaagd.
De heer BRINKERHOF vraagt of door &88X den
Voorzitter alleen bezwaar is ingediend of ook
door de Wethouders.
De VOORZITTER zegt, dat door hem alleen
bezwaren zijn ingediend. Spreker vraagt of de
Raad prijs stelt den brief te hoor en, welke
door hem aan Gedeputeerde Staten is gezonden.
De heer SPRENGER wenscht den brief te hooren.
De VOORZITTER doet voorlezing van den brief.
De heer SPRENGER acht den Voorzitter volko-
men in zijn recht het Raadsbesluit ter vernietig
ging voor te dragen, doch dit had niet moeten
geachied zijn met onjuiste voorlichting. Gede
puteerde Staten zijn niet objectief voorgelicht}
zij behooren ten minste de meeningen van beide
partijen te vernemen. Spreker meent, dat aan
Gedeputeerde Staten andere voorlichting behoort
te worden verstrekt.
De VOORZITTER zegt, dat hij het niet met
het Raadsbesluit eens was en daarom heeft hij
zijn bezwaren kenbaar gemaakt, opdat door Gede
puteerde Staten alsnog een onderzoek wordt in
gesteld. Het terreintje kan voor alle doeleinden
worden gebruikt. Wanneer.de gemeente zich uit
breidt, zal het terrein benoodigd zijn. Wanneer
het Besluit echter door Gedeputeerde Staten
wordt goedgekeurd, dan zal spreker daar niet
van. in den rouw gaan.
De heer LOERAKKER zegt, dat de Voorzitter
.het recht heeft besluiten ter vernietiging
voor
a i
r x t k
J. V
T