zal bevredigd zijn. Spreker is erg teleurgesteld door het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Ze hebben het voorstel der Commissie naast zich neergelegd. Spreker tferzet zich met klem tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De menschen kunnen van f. 10,- niet leven; dan zijn ze weer aangewezen op de instellingen van welda digheid. Spreker stelt voor als minimum-bedrag f. 13.- vast té stellen en daarbij 90 van de uitkeering der kassen te handhaven. De heer SAVENIJE vraagt, wie onder werklieden worden verstaan. De VOORZITTER zegt, dat het de personen zijn, die in loondienst zijn. De heer SAVENIJE wijst op de moeilijke omstan digheden, waarin de kleine middenstand verkeert. De heer LOERAKKER wijst er op, dat de gemeente niet tot plicht heeft in het onderhoud van allen te voorzien. Steun moet steun blijven. Spreker noemt een voorbeeld uit den kleinen middenstand, waaruit blijkt, dat bedoeld gezin in moeilijker omstandigheden verkeert/ dan sommige werkloozen. Wanneer de gemeente in het onderhoud moet voorzien komt ze op een gevaarlijk terrein. Men moet den eenen stand niet bevoordeelen boven den anderen. Wé moeten voorzichtig zijn en niet gaan boven de draagkracht der gemeente. Wanneer we er een gevoel kwestie van maken, gaat het den verkeerden kant uit. We moeten op praktische overwegingen den steun bepalen. Spreker kan de voorstellen van Burgemeester en Wethouders niet direct met blijd schap aanvaarden. Aan den eenen kant wordt gegeven en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 380