ling worden getroffen. De Commissie is niet met opzet
gepasseerd. Spreker waarschuwt tegen de gevolgen. Het
intrekken van de verordening, van 2 Juni 1931 is niet
zonder reden geschied, We moeten ook naar andere gemeen
ten zien, Breda jgeeft f, 12.-; Gastel f. 8,-; Ginneken
blijft daartusschen met f, 10,-. Waarom moeten we meer
geven dan in andere gemeenten. De kindertoeslag moet
de grondslag niet zijn, doch het grondloon en daarna
komt pas de kindertoeslag. Met deze regeling gaat het
kleine gezin iets achteruit en het groote gezin iets
vooruit.
De heer BRINKERHOF vraagt, wat er gebedren moet,
wanneer iemand f. 6.- huishuur moet betalen en f, 7*-
steun ontvangt.
De heer OOMEN zegt, dat men dan goedkooper moet
gaan wonen;,er is wel een goedkoopere woning beschik
baar.
De heer VAN MIERLO merkt op, dat huurbijslag komt
ten voordeele van de huiseigenaren. Bijdragen in de
huishuur is bestrijding van de huurverlaging.
De heer SPRENGER noemt de hooge huren de straf
voor de zonde, omdat er te weinig gezorgd is voor geed-
n
koope woningen.
De VOORZITTER merkt op, dat niemand op werkloos
heid is gesteld. Waren er echter goedkoope woningen
gebouwd, dan zou er nog meer werkloosheid zijn. Spreker
zegt voorts met belangstelling naar de debatten te heb-
ben geluisterd. Er zijn verschillende meeningen naar
voren gebracht. Geen der meeningen heeft spreker echter
kunnen overtuigen. Spreker zou den Raad in overweging
willen geven het voorstel van Burgemeester en Wethouders
aan te nemen. We kunnen niet aan iedereen voldoen.
Door