11.
Rondvraag. De VOORZITTER geeft gelegenheid tot het stellen
van vragen.
Kortings- De heer SPRENGER dient eene motie in, die
wet. 1
luidt als volgt:
De Raad der gemeente Ginneken en Bavel;
Kennis genomen hebbende van het adres der Ver-
eeniging van Nederlandsche Gemeenten aan de
Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot kor-
ting dip de uit keering uit het gemeentefonds;
Verklaart met inhoud en strekking van dat adres
in te stemmen en noodigt Burgemeester en Wethou-
ders uit van dit gevoelen aan de Tweede Kamer
11 kennis te geven H.
De heer SPRENGER heeft gemeend deze motie te moeten
indienen en wenscht die ter kennis van de Tweede Kamer te
brengen om daardoor aan te toone-n, hoe weinig populair
het bedoelde wetsontwerp is.
De he er ^LOERAKKER wijst er op, dat door de Vereeni-
ging van Nederlandsche Gemeenten het adres is verzonden.
Spreker acht het niet op zijn plaats, dat nu door de Leden
afzonderlijk nog adhaesie wordt betuigd.
De heer SPRENGER is het niet eens met den heer Loer
akker. Spreker acht het organisatorisch juist, dat adhae-
sie wordt betuigd. Het betgtigen van adhaesie is een be-
wijs, dat men het er mee eens is. Door meerdere gemeenten
wordt adhaesie betuigd.
De VOCRZITTER zegt, dat, middels de Vereeniging, de
gemeenten hun gevoelen reeds hebben te kennen gegeven.'
De heer BRINKERHOF is het eens met den heer Spren-
ger. Wanneer het Hoofdbestuur van eene Vereeniging eene
handeling heeft verricht, dan komt het vaak voor, dat
door
«ft
y
«c
■T
4.