door de af deelingen nog adhaesie wordt betuigd. De heer VAN GESTEL windt het niet praktisch adhaesie te betuigen. Het is door de Vereeniging niet gevraagd. Wanneer b.v. door 1/3 van de gemeen ten adhaesie wordt betuigd, dan zou daaruit kunnen worden afgeleid, dat het overige tweederde deel er niet mee instemt. De heer VAN MIERLO zegt, dat het hier eene moeilijke kwestie betreft, waar allen het niet over eens zijn. Het is moeilijk als Raadslid daar een oordeel over te vormen en spreker kan zijn stem niet aan die motie geven. De heer SPRENGER merkt op, dat zelfs Wet houder Van Mierlo niet geheel op de hoogte schijnt. De wet waarborgt aan de gemeenten voor vijf jaar eene uitkeering. Daarop wordt inbreuk gemaakt. De opbrengst voor het gemeentefonds regeering moet voor' de gemeenten blijven. De güü&SKSXg wil de' gemeenten dwingen de aalarissen te verlagen. De regeering dwingt ook de gemeenten tot be zuiniging en steekt het zelf in den zak.! Het is onredelijk alle loonen over een kam te scheren# De meeste gemeenten staan in bezoldiging achter bij het Rijk. Spreker zal het hierbij laten; het is al meer dan erg genoeg. Spreker wil de Kamer waarschuwen het wetsontwerp niet aan te nemen. De VOORZITTER is het er mee eens, dat niet tweemaal moet worden gerekwestreerd. De heer LOERAKKER zegt, dat de Vereeniging niet op adhaesie gesteld tal zijn, anders had ze het wel gevraagd. De Vereeniging acht zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 386