As- nog zal moeten leeren een eenmaal genomen besluit in die commissie, dit besluit ook op andere plaatsen te zullen verdedigen; mocdt zij tot andere inzichten zijn gekomen, dan gebiedt toch een deel uitmaken eener commis sie deze veranderde zijnswijze in die commissie bespro ken te worden. Mijnheer de Voorzitter. Komende aan het beleid van Burgemeester en Wethouders wil ik het volgende zeggen, al zal dit heel kort zijn, daar de zitting van het col lege ook nog maar van korten duur is en toch zal elk lid van dezen Raad' zijn conclusie al reeds getrokken hebben, waai trouwens niet veel menschenkennis voor noodig is. De besluiten, die Burgemeester en Wethouders voor heen namen, waren de besluiten dan den Burgemeester. De Wethouders hadden in dit college alleen een knikkenden rol te vervullen en, mijnheer de Voorzitter, het heeft er alle schijn van, dat de laatste gekozen Wethouder weer diezelfden rol naar behooren zal vervullen; de eerste twee staaltjes daarvan hebben we al achter den rug. Of de andere Wethouder ook zoo mak zal worden? Het is voor de gemeente niet te hopen. In den aanvang sprak ik, dat er een vooruitgang te "bespeuren viel in de benoeming van drie nieuwe commissi en. In twee er; van heb ik de benoeming als lid aangenomen met de bedoeling mede te werken aan de belangen der ge meente. Doch, mijnheer de Voorzitter, hoewel die coramis- siën een kort bestaan hebben, wil ik U en de beide Wet houders verklaren, dat ik daar geen zitting in heb geno men, om als een Kan Klaasen of een harlekijn te fun geer en; het recht, wat mij is verleend, wil ik fcok ge handhaafd zien, Hoe ik tot deze verklaring kom, zal de Raad zeker gaarne vernemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 417