Ik vraag, Gemeentebestuur is dat in orde; zult gij Uw afkeuring er over uit spreken, dat die commissie zonder meer maat voorbij geloppen wordt om het maar eens netjes uit te drukken en zal de Raad erkennen, dat het nèftuwe College van Burgemeester en Wethouders nu reeds buiten hun boekje traden? Ik weet, dat er onder U zijn, die deze daad goed trachten te praten en al zoo een bepaling den nek om draaien. Ik ben benieuwd naar een uitspraak van de andere leden en van mijn kant protesteer ik tegen zulke handelwijze. Het bevorderen van goede en goedkoope arbeiderswoningen is voor alle partijen, zooals zij hier vertegenwoordigd zijn, een programmapunt en als zoodanig mocht men verwachten, dat het hier in deze gemeente 'tot in de puntjes in orde was, doch helaas onze woningtelling heeft aan het licht gebracht, dat dit nog zeer veel te wenschen overlaat. De resultaten van deze telling zijn; f2 met dubbele bewoning; 15O waarvan de huren boven de draagkracht der bewoners gaan; lhs zijn er vochtig, dus ongeschikt om te bewonen; 18 te klein en 9 ongeschikt. Nu kan men gerust het aantal woningen, die boven de draagkracht gaan en die, waarvan de woningen voch tig zijn, aanmerkelijk hooger stellen, omdat deze woning telling onvolledig is geschied. Doch ook deze cijfers spre ken voldoende en wettigen, dat de gemeente eindelijk eens met ernstige plannen komt, té meer nu het grondbedrijf in onze gemeente intensiever zal worden aangepakt. Op het initiatief van particulieren behoeft de Raad zich niet veel illusies te maken, daar de cijfers, verstrekt door Burge rmeester en Wethouders, ons voldoende inlichten. De geheele aanbouw bedroeg in 1931 woningen, waaronder een groot percentage middenstandswoningen zijn. Mijnheer de Voorzitter. Met opzet heb ik nog niet gesproken ■*-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 419