nu de Wethouders door den heer van den Hurk gevraagd,
geen zwijgende, doch sprekende Wethouders, die in staat
en "bereid zijn, de onderwerpen, die tot hun taak behooren,
te bestudeeren en daarover den Raad afdoende in te lich
ten, wat een vlugge afdoening van zaken in den Raad ten
goede komt.
Voorheen trachtte U raadsleden, die het niet met U
eens waren, dan wel doodgewone inlichtingen vroegen, met
onvoldoende antwoorden af te schepen, met het gevolg, dat
U alleen maar bereikte een stijgend wantrouwen in Uw
beleid en een groèiende overtuiging omtrent Uw onvermogen
de zaken der gemeente te leiden.
Daarentegen, zoo gaat spreker voort, ontvangen thans
de Raadsleden zakelijk antwoord., waaruit het gemotiveerd
standpunt van Burgemeester en Wethouders blijkt. Spreker
wenscht hiervoor zijn waardeering uit te spreken. De ver
houding wordt er zeter zefcer door veraangenaamd. Een nieuw
tijdperk van politiek leven acht spreker voor Ginneken
aangebroken door de wijzigingen in de R.K. fractie eener
zij ds en de veranderde verhoudingen in het College van
Burgemeester en Wethouders, waarvan het effectief worden
der taakverdeeling het gevolg is, anderzijds.
Met' de woorder? van Gerard van Vel sen roep ik ook U
toe: 11 Heer Graaf, het is gedaan met Uwe hooge sprongen
De VOORZITTER: Met U ook.
De heer SPRENGER: In deze 4-jarige periode valt Uw
herbenoeming als Burgemeester. Ik hoop het nog te beleven,
dat de Raad de belangen van Ginneken en Bavel zoodanig
zai behartigen, dat hij aan Zijne Excellentie in overwe
ging geeft na te gaan of Uw aanblijven wel in het werke
lijk belang is van Ginneken en de Ginnekenaren.
Spreker vraagt zich af, of met het aanbreken van
een